Zondag 28 januari ’24

11.00 uur: ds. Dinie Eerland-van Vliet, Zierikzee
Collecten: 1ste Kerkrentmeesters 2de Onderhoudsfonds

Schriftlezing
Marcus 1: 21-28 Een nieuwe leer met gezag (NBV 21)
21 Ze kwamen in Kafarnaüm, en op de eerstvolgende sabbat ging Jezus naar de synagoge en onderwees er de mensen. 22 Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want Hij sprak hen toe als iemand met gezag, en niet zoals de schriftgeleerden. 23 Op dat moment was er in de synagoge ook een man die bezeten was door een onreine geest, en hij schreeuwde: 24 ‘Wat hebben wij met Jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben Je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie Je bent, de heilige van God.’ 25 Jezus sprak hem streng toe en zei: ‘Zwijg en ga uit hem weg!’ 26 De onreine geest deed de man stuiptrekken en verliet hem met een luide schreeuw. 27 Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als Hij onreine geesten een bevel geeft, wordt Hij gehoorzaamd.’ 28 Het nieuws over Jezus verspreidde zich algauw overal in Galilea.

Orgelspel!

Marcus 1: 29-38 (Jezus maakt zieken beter)
29 Toen ze uit de synagoge kwamen, gingen ze rechtstreeks naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. 30 Simons schoonmoeder lag met koorts in bed, en ze spraken met Jezus over haar. 31 Hij ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar overeind. Toen verliet de koorts haar, en ze begon voor hen te zorgen.
32 ’s Avonds laat, toen de zon al was ondergegaan, brachten de mensen alle zieken en bezetenen naar Hem toe; 33 alle inwoners van de stad hadden zich bij de deur van het huis verzameld. 34 Hij genas vele zieken van allerlei kwalen. Ook dreef Hij veel demonen uit, maar Hij stond ze niet toe om iets te zeggen, want ze wisten wie Hij was.
35 Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond Hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden. 36 Maar Simon en de anderen die bij hem waren, gingen Hem zoeken 37 en toen ze Hem gevonden hadden zeiden ze tegen Hem: ‘Iedereen is naar U op zoek!’ 38 Toen zei Hij: ‘Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen hier in de omtrek, zodat Ik ook daar het goede nieuws kan verkondigen. Daarvoor ben Ik immers op weg gegaan.’