Voor het eerst in ons midden geeft de voorganger een inkijkje in zijn spiritueel levenspad. En zo kan het gebeuren – kort door de bocht weergegeven – dat het in zijn jeugd voor straf overschrijven van de bergrede leidt tot een ander verstaan van Jezus’ woorden. Het op het eerste gehoor absurde ‘zalig zijn de zachtmoedigen’ en ‘de linkerwang toekeren na een klap op de rechterwang’ opent hart en oren voor de weg van liefde en vergeving, laat vrede indalen. Verinnerlijking. Dat kan ook door de natuur op je te laten inwerken. De bijbel begint ermee. Woest en ledig, chaos. Wanorde wordt orde wanneer God het licht schept en dit scheidt van de duisternis. Merkwaardig als pas op de vierde dag de zon wordt geschapen. In het spreken van God zit licht. God noemt de duisternis avond en het licht dag. Dat is altijd de volgorde in de bijbel: van avond naar dag, van donker naar licht, van dood naar leven, van chaos naar kosmos. Wij worden uitgenodigd ‘mee te scheppen’. Te midden van de wreedheid van de natuur is er groei, bloei, steeds weer terugkerend leven. Alles is met alles verweven. Dat verwondert ons en tegelijk beangstigt het ook. De natuur is als een tapijt. Eén draadje los trekken en het valt uit elkaar. De natuur op ons laten inwerken laat zien dat het anders kan. Dat kan ons inspireren om op deze in vele opzichten vertroebelde aarde te antwoorden op het spreken van God in Genesis 1 en Jezus in de bergrede. Een antwoord vinden vanuit de bewustwording dat er vertrouwen is gesteld in de mens als ‘medeschepper in barmhartigheid’.