Tijdens de viering van Palmzondag hoorden we het verhaal van de intocht van Jezus in Jeruzalem. Een verhaal dat rijmt met de historische intocht van de keizer van Rome tijdens de dagen van het Joodse Pesachfeest in Jeruzalem. Plekken van samenkomst zijn potentiële bronnen van opstand, daarom trok de keizer zelf met een stoet aan soldaten de stad in. Een intocht van onderdrukking en macht tegenover een intocht van bevrijding en kwetsbaarheid. De ene groep baant een weg van duisternis en dood en de andere groep een weg ten leven. Jezus trekt Jeruzalem binnen op een ezel. Hij kiest als ‘gevierde koning’ niet de aanval, het gewapende conflict. Terreur klein en groot ontwricht het samenleven tussen mensen, groepen, volken en landen. Zo zal het in de nieuwe stad van vrede niet gaan. Gewapend verzet brengt geen duurzame vrede. De pijn van wat mensen elkaar aandoen, elkaar schuldig zijn, moet niet overwonnen worden door wraak, oog om oog, tand om tand. Dat is een vicieuze en ontwrichtende cirkel waar je nooit uitkomt en die van kwaad tot erger wordt omdat ze alleen maar zal leiden tot vergeldingsacties op vergeldingsacties. Wonderlijk dat we zo geraakt worden door de dood van zoveel onschuldige burgers, van al die vluchtelingen. En als oplossing gaan we nog meer wapens sturen naar het conflictgebied. Dus nog meer slachtoffers, nog meer vluchtelingen. Maar hoe anders? De oplossing ligt niet voor het oprapen, elke keuze heeft z’n voor en tegen. Dat is de paradox waarmee we moeten zien om te gaan. En toch. En toch. Wil de messiaanse gemeente, willen wij, voorteken zijn van een nieuwe en andere wereld, dan zal die cirkel radicaal doorbroken moeten worden.