Een overdenking laat zich moeilijk samenvatten, maar een poging daartoe zou zijn de vraag ‘Mens, waar ben jij?’. Tegenover de vraag ‘Waar is God?’ Deze vraag komt altijd weer terug, zoals recent bij de aardbeving in Turkije en Syrië. Youp van ’t Hek schrijft erover met woede. Is het terecht hoe hij God interpreteert en hoe hij denkt dat gelovigen God ervaren? De vraag aan ons is of wij het onderscheid kunnen maken tussen menselijke verantwoordelijkheid en het lot of God. Niet aardbevingsbestendig bouwen en geen goed onderhoud van de dijken voor 1953: de gevolgen hiervan zijn toch menselijke verantwoordelijkheid?
De woede van Youp kunnen wij wel volgen, maar zijn wrede menselijke voorstelling van God? Is dat niet God scheppen naar het evenbeeld van mensen? Het scheppingsverhaal in de bijbel zou in de tegenwoordige tijd vertaald moeten worden, het scheppen gebeurt nu. ‘In het begin schiep’ duidt op tijd en geschiedenis. In de hertaling lezen we ‘In beginsel, in principe schept God’. De geestkracht van God werkt nog altijd op de chaos in onze werkelijkheid, in de stem van de stilte en niet – zoals ook al bij de profeet Elia – in de aardbeving. God als een geestelijke innerlijke werkelijkheid boven onze innerlijke chaos van onrust en angst in ons brein. Door handen en woorden van mensen gaat Gods scheppende kracht door. Zelfs in het ogenschijnlijk kleinste gebaar: een meisje van 8 jaar bakt cupcakes en verkoopt ze van huis tot huis. De opbrengst is voor de slachtoffers … dat is God ….