Achterstelling, discriminatie en het veroordelen van mensen gebeurt niet zelden met de bijbel in de hand. Hoewel de bijbel meestal niets zegt over morele of ethische kwesties uit onze tijd, zijn er altijd mensen die in die bibliotheek van zo’n 70 boeken aanknopingspunten vinden ter veroordeling. En het is precies het feit dat die bijbel een bibliotheek is en geen kaft-tot-kaft doorgeschreven document, wat het zo ingewikkeld maakt om langs die bijbelse lat kwesties te meten. Dan wordt het al gauw waarheid en waarheid wordt al snel dogmatiek, niet zelden cocktails voor veroordeling, onderdrukking, geweld, oorlog. In de bijbel lezen we verhalen en boeken, die elkaar tegenspreken. Vandaag lezen we uit de brief van Jacobus, over geloven met de daad. Staat dit niet haaks op Paulus: rechtvaardiging (waarmaking) enkel door geloof en niet door werken van de Thora? Dat is het adagium geworden voor het protestantisme in de reformatie. Maar waarom zouden Paulus en Jakobus niet naast elkaar kunnen bestaan, zonder dat de één de ander veroordeelt?
Jakobus wijst op Rachab, de hoer, gerechtvaardigd door haar werken toen zij de verkenners ontving en langs een andere weg liet gaan. Jakobus brengt een radicale, herkenbaar profetische boodschap. Hij spreekt de rijken aan, dus ons. Wij zijn allen rijken, vergeleken met de omstandigheden waarin wereldwijd talloos veel miljoenen moeten leven. In ons welvarend werelddeel slagen wij niet in het vinden van een eerlijke, rechtvaardige en humane oplossing voor de toestroom van vreemdelingen, vluchtelingen. Ja uit Oekraïne: meer dan welkom, zij zijn als wij. Maar uit die andere oorlogsgebieden wereldwijd: geen denken aan. Ontmoedigen, demotiveren, opvangen in een overvol Ter Apel, op luchtbedjes. En hoewel mensen al drie jaar weten dat ze zeker mogen blijven op grond van het vluchtelingenverdrag wachten ze al jaren in het overvolle centrum af tot hun leven weer kan beginnen. Nog geen stap verder dan het hek van Ter Apel. Omkeer is dus geboden. Onze levens en omgang met elkaar veranderen.
Maar ook met jezelf. Bevrijding uit de dwang van innerlijke slavernij. De macht der gewoonte en doffe berusting zijn vaak sterker dan afdaling in jezelf, naar je diepste verlangen om moed op te brengen voor verandering. Dit is leren leven in vrijheid en dan hoor je misschien ook in de laatste woorden van de overdenking die stem, het spreken, van een andere mens die jou roept, die jou nodig heeft. Daartoe bewogen worden. Die mens herkennen als je naaste. En de naaste worden van die mens.