“Een ongewoon gesprek met God” is de titel van een boek dat de Amerikaan Neale Donald Walsch jn 1992 schreef, een wereldbestseller. De overdenking gaat over een ongewoon gesprek dat Abraham met God voert. De rode draad in het verhaal uit Genesis 18 is gastvrijheid met daarin de Goddelijke overpeinzing ‘wat zal ik doen?’ Drie dagen na de besnijdenis van Abraham en zijn zoon Ismaël – een ingrijpend gebeuren – verleent Abraham op en top gastvrijheid aan drie engelen. Voor Abraham is dit een Godsverschijning. God legt zijn plan om Sodom te vernietigen aan hem voor. Dat klinkt ongewoon in onze oren. Abraham staat in de Joodse traditie te boek als een rechtvaardige. Indien er nog 50 onschuldigen, lees rechtvaardigen zijn, kan de stad dan behouden blijven, zo luidt zijn vraag. Abraham smeekt, eist, zakt tot 10, het Joodse minimum voor ontmoetingen zoals in de synagoge. Als die er nog zijn, dan kunt u dat niet doen vindt Abraham. Zo waar een ongewoon gesprek. Een treffende zin uit de overdenking: “Vragen stellen is op zich al een daad”. Durven wij in gesprek met God te gaan? Durven wij tegenspel te geven? Waar ben jij in ethische situaties? Van Sodom kennen wij het begrip ‘Sodomie’. De rode draad uit dit Genesisverhaal, gastvrijheid, wordt in Sodom geschonden door verkrachtingen en andere seksuele uitspattingen. De verhalen uit de Bijbel zijn vaak een spiegel voor ons. Zijn wij in ons luisteren naar de ander gastvrij? Kunnen wij hem of haar daarin voldoende ontvangen of overkomt het ons dat wij al heel snel onze eigen verhalen en ervaringen er een plek in geven?