15 sept. ’19

De dienst kent veel bijzondere fragmenten. De voorganger begeleidt de gemeentezang mee op zijn dwarsfluit. In een heel open houding neemt hij ons mee in het thema ‘Roeping’. Ervaren wij dit in ons eigen leven? Zijn persoonlijke ontboezemingen geven ons een doorkijk in het bijzondere van het gewone, alledaagse en het eenvoudige. Horen wij in het luiden van de klok voor de dienst een stem ‘kom-kom-kom’? Horen wij in ons zelf een stem? Of beter gezegd: stemmen? Want luisteren naar wat diep binnen in ons zit is ook nog wel eens een kwestie van meerdere ‘ikken’. Soms is een heftige gebeurtenis nodig, zoals Mozes dat meemaakt bij de brandende braamstruik, om een stem te horen roepen. Hij gaat zijn volk leiden als een herder. Merkwaardig is dat Johannes als laatste evangelist als enige schrijft over Jezus als de goede herder. Op de liturgie staat de oudste afbeelding van Jezus als herder. Het is veelzeggend dat dit oudste beeld niet het kruis is. Nu en door de hele geschiedenis heen zijn er zijn goede en slechte herders. Een goede herder leidt mee en lijdt mee. De stem, die ons roept (een cryptische uitspraak in de overdenking) is: “Ons de toekomst herinneren geneest het verleden”.