In deze dienst met Marianne Zandbergen herdachten we de gemeenteleden die ons afgelopen jaar ontvallen zijn. Voor hen werden kaarsen ontbrand en kreeg een ieder de gelegenheid om een lichtje aan te steken voor diegene(n) die hij/zij wilde herdenken. In de overdenking werd stil gestaan bij de manier waarop wij met rouw omgaan. Met als inleiding een gedicht van Albert Verwey. Hieruit komt naar voren dat we het verdriet met handen en voeten te lijf moeten gaan om het te doorleven. Dan kan er weer ruimte ontstaan voor een leven waarin de rouw met je meegaat, maar niet alles overheerst.
27 okt. ’19
Deze dienst met Leuny de Kam had als thema: groene theologie. Hoe zijn de meer “economische” begrippen, zoals ‘onder gezag brengen’ en ‘kerkrentmeester’ geworteld in het geloof? Hebben mensen zichzelf niet in het middelpunt gezet, waarbij al het andere er omheen decorum is geworden? Het scheppingsverhaal geeft de relatie aan tussen God, aarde, natuur en mens. Hierbij draait het niet om de mens, die is er eerst nog niet bij. Later krijgt de mens een mooie taak toebedeeld, om op de aarde te leven en de vruchten te gebruiken. Niet voor eigen gewin, maar om te delen met anderen. Zie hoe zich dat door de tijd heen ontwikkeld heeft. Laten wij het wonder van de natuur als iets heiligs ervaren, als onze levensopdracht naar de toekomst.
16 sept. ’19 – Als jij bestaat
Startzondag met onze eigen voorganger Franck Ploum, met als thema; ‘als jij bestaat’ de lezing uit Handelingen 17, 16-34 waar Paulus, in Athene aangekomen, ziet dat de stad vol afgodsbeelden staat. Wanneer hij de Atheners toespreekt wijst hij hen daarop door te zeggen dat hij zag dat ze ‘godsdienstig’ zijn, zelfs een altaar ‘voor een onbekende god’ hebben opgericht. Paulus zegt hen: “wat u onbekend vereert, boodschap ik u” ‘Dat wij uit God geboren zijn’, wil niet zeggen dat het goddelijke gelijk is aan goud zilver of steen, of aan wat mensen bedenken. De ‘afgodsbeelden’ in onze tijd zijn de invloeden van buiten af, die het leven beheersen, o.a. niets willen missen,…..wanneer we weer van ‘buiten naar binnen gaan’ naar binnen keren in ons zelf, kunnen we meer van het goddelijke ervaren, de rust het bij jezelf zijn terug naar de liefde, die we vanuit onze bron weer aan de wereld om ons heen kunnen laten zien en geven. Zoals we ook van Jezus zeggen, dat hij ons God heeft doen kennen ook al heeft niemand ooit God gezien. Door hem werd het bestaan van God niet letterlijk aangetoond, maar omdat hij een leven leidde waarin wat of wie wij God noemen, sterker dan ooit aan het licht kwam.
Zie ‘Toespraken vieringen Franck Ploum’ voor de volledige toespraak.
15 sept. ’19
De dienst kent veel bijzondere fragmenten. De voorganger begeleidt de gemeentezang mee op zijn dwarsfluit. In een heel open houding neemt hij ons mee in het thema ‘Roeping’. Ervaren wij dit in ons eigen leven? Zijn persoonlijke ontboezemingen geven ons een doorkijk in het bijzondere van het gewone, alledaagse en het eenvoudige. Horen wij in het luiden van de klok voor de dienst een stem ‘kom-kom-kom’? Horen wij in ons zelf een stem? Of beter gezegd: stemmen? Want luisteren naar wat diep binnen in ons zit is ook nog wel eens een kwestie van meerdere ‘ikken’. Soms is een heftige gebeurtenis nodig, zoals Mozes dat meemaakt bij de brandende braamstruik, om een stem te horen roepen. Hij gaat zijn volk leiden als een herder. Merkwaardig is dat Johannes als laatste evangelist als enige schrijft over Jezus als de goede herder. Op de liturgie staat de oudste afbeelding van Jezus als herder. Het is veelzeggend dat dit oudste beeld niet het kruis is. Nu en door de hele geschiedenis heen zijn er zijn goede en slechte herders. Een goede herder leidt mee en lijdt mee. De stem, die ons roept (een cryptische uitspraak in de overdenking) is: “Ons de toekomst herinneren geneest het verleden”.