Onze levensweg gaat heen en weer tussen ideaal en werkelijkheid. De ene keer gaan we sprongen vooruit in vertrouwen en levensmoed en in het dichterbij brengen van het visioen. En dan ineens gebeurt er iets en is het vertrouwen weg of het visioen in mist gehuld. We worden teruggeworpen en vallen terug in oude gedachten en patronen. Zo zijn er twee mensen op weg van Jeruzalem naar Emmaüs. Emmaüs was een vestingstad van waaruit Jeruzalem door de Romeinen kon worden belegerd. Emmaüs is dus een plaats die verbonden is met onderdrukking en opstand tegen de overheersing. Kennelijk zien de twee Emmaüsgangers na de kruisdood van Jezus geen andere mogelijkheid meer dan terug te keren naar de strategie van eerdere en andere messiaanse bewegingen: de gewapende strijd tegen de Romeinen. Aan het eind van zijn eerste boek – het boek Handelingen is zijn tweede en beide zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden – legt Lukas de lezer opnieuw twee opties voor: terugkeren naar de gewapende strijd of toch weer opnieuw proberen te begrijpen wat het Messiasschap van Jezus nu ten diepste betekende, ook in het licht van alles wat er in Jeruzalem is gebeurd. In feite lopen de leerlingen van Jezus terug van het religieuze hart naar het wereldlijke hart. Het is de terugkeer van innerlijke ommekeer om tot verandering te komen, naar gewapend verzet om de veranderingen te bewerkstelligen. Het is de terugkeer van het innerlijk veranderingsproces naar het gevecht om de macht. De vreemdeling leert de leerlingen opnieuw te kijken naar de Thora, Profeten, naar hun eigen leven en naar de werkelijkheid. Lukas gebruikt hier het model van het joodse leerhuis: er is een actuele kwestie en daar wordt de Schrift naast gelegd om inzicht te verwerven en een oplossing voor het actuele probleem te vinden. Naar goed oosters gebruik moet de nieuwe vriendschap gevierd worden met een maaltijd. En dan vallen de verblindende maskers af, de schellen vallen hun van de ogen. Met andere woorden: ze zijn niet langer gevangen in het verdriet en de teleurstelling, maar zien weer perspectief. Er is weer zicht op andere mogelijkheden en kansen, ondanks de harde realiteit. Ze herkennen Jezus aan het breken van het brood, kennelijk is dit het ultieme teken van blijvende verbondenheid met het verhaal van bevrijding en solidariteit. Het visioen stopt niet met de dood van Jezus, maar wordt gecontinueerd over de grens van zijn dood heen.