Zondag 12 maart ’23

Wie kent het niet, je hebt ‘ja’ gezegd tegen iets, iemand of jezelf en dan gaat het beginnen. Wij maken keuzes, in kleine dingen vaak, soms gaat het om grote levenskeuzes. Dieper en fundamenteler. En dan komt het. Was dit ik het wat ik wilde? Waar ben ik aan begonnen? En waar zeg ik ‘nee’ tegen? Het thema van de overdenking is ‘In de woestijn’. Wij kennen het verhaal van Jezus in de woestijn. Hij is gedoopt en wil – geheel in de traditie van Mozes en David – gaan leven als een rechtvaardige, een ‘tsaddik’. In het proces van een overtuigend ‘ja’ wordt hij overmand door twijfels. Herkenbaar? Wie kent het niet, bloot staan aan verleidingen en verzoekingen? Zo’n moment komt er, wie ben ik nu, was mijn intuïtie goed? Twijfel scheurt aan stukken, opties zijn ineens geen opties meer. Levenskeuzes en beproeving liggen dicht bij elkaar. De woestijn is een plek van herinnering aan waar je vandaan komt. In Jezus’ tijd is er de Romeinse onderdrukking, tempelelite, machtsmisbruik.

Wij zuchten ‘Is er iets veranderd?’ Hoe sterk en aantrekkelijk zijn economische macht, politieke macht en religieuze macht? Echter, er is ook de economie van het ‘genoeg’. Drie machten van buiten, vaak de ‘boze wereld’. Is de satan uit het woestijnverhaal alleen daar te vinden? Of misschien ook een macht van binnen, ben ik het nu en dan zelf? Een ieder van ons heeft twee kanten. Kracht en zwakte. Visioen en verleidingen (waarom zou je tegen al die mooie en gemakkelijk gangbare opvattingen en dingen nee moeten zeggen). Jezus bezwijkt niet voor de tweedrachtzaaier. Die wil ook ons opzoeken in onze zwakke momenten. Jezus wordt gelouterd door zijn woestijnervaring en leeft zijn leven van liefde, vrede en recht. Wij worden uitgenodigd met hem weg te trekken uit de woestijn en hem te volgen op zijn levensweg en -visie.

Zondag 29 januari 2023

Geloven is grenzen overgaan in de naam van Jezus. In het evangelieverhaal over de storm op het meer heerst de grens tussen de angst voor vergaan en de hoop op behoud. Zeer herkenbaar in deze week van herdenking van de watersnoodramp. Jezus gaat de strijd aan tegen dreigende machten, is een grensverlegger en een grensoverganger. Wij kennen vele grenzen, zoals landsgrenzen maar ook in een ander vlak grenzen die mensen tussen elkaar opbouwen, scheiding aanbrengen, zoals religie, geaardheid, etniciteit, huidskleur, opleiding, gender. Aan welke kant van de grens sta je? Blijf je er binnen voor de veiligheid? Maken wij de muren vaak niet hoger en hoger? Vaak met die twee korte woordjes van tegenwerping: ‘ja maar’. Jezus steekt over en zoekt op, overtreedt sabbatswetten en durft de politiek van een ander koninkrijk aan. De grens van macht/onmacht is zichtbaar in de storm op het meer. Is zichtbaar in de grenzen van het ‘rijke westen’ voor hen die aan de andere kant van het ‘hek’ staan of met hun bootjes niet aan kunnen meren. Zijn zij de outsiders en niet op de goede plaats geboren? Nogmaals: geloven is grenzen overgaan in de naam van Jezus. Als je aan de andere kant komt is Jezus daar al lang. Wij zien hem in de ogen van een ander.

Zondag 22 januari 2023

De bevrijdingsverhalen in de bijbel appelleren aan ons eigen leven. Uit de overdenking het volgende fragment: “Waaruit willen wij bevrijd worden? Verwachten we nog bevrijding? En wie zal dat aan ons bewerkstelligen? Toen de vermoorde Oscar Romero, groot bevrijdingstheoloog en aartsbisschop van San Salvador in de jaren zeventig van de vorige eeuw een eredoctoraat kreeg van de Universiteit van Leuven, werd hem door een Nederlandse journalist de vraag voorgelegd: ‘Is er ook een bevrijdingstheologie voor ons West en Noord- Europeanen?’ Waarop Romero antwoordde: ‘Dat hangt ervan af, waaruit zou u bevrijd willen worden?’ Die vraag is nog steeds actueel, want wij ervaren ons leven als vrij en bevrijd, we leven ons leven en kunnen enigszins doen en laten wat we willen. De één heeft iets meer te besteden dan de ander, de één wat meer geluk dan de ander, maar al met al behoren we tot de happy few, de groep die in onderzoeken aangeeft tot de gelukkigsten der aarde te behoren. Waaruit zouden wij bevrijd willen worden? Misschien juist wel uit ons gelukkige leven dat we naar buiten toe maar al te vaak hooghouden ten koste van veel. Misschien wel uit de beknellende ‘ik ben gelukkig’ maatschappij en uit het ‘zie mij eens stralen op mijn facebookfoto’s en met mijn nieuwe telefoon en mijn glimmende auto’. Want laten we eerlijk zijn, er hoeft soms maar iets kleins te gebeuren of ons gelukkige leven ligt aan diggelen. We verliezen onze gezondheid. We raken in een burn-out. We verliezen ons werk of onze relatie loopt stuk. En wat als we wel stralen naar buiten, maar als we alleen zijn en buiten het zicht van anderen van binnen huilen omdat we levenspijn uit het verleden met ons meedragen, of dat we ondanks alle goede zorg helemaal niet gelukkig zijn in het verpleeghuis en dat niet willen laten merken want iedereen doet zo zijn/haar best voor me. Zouden we daaruit niet al te graag eens bevrijd willen worden, uit al die schone schijn die we soms op moeten houden en dat we kunnen zeggen: ‘het gaat helemaal niet goed met me’, of ‘nee ik ben op dit moment niet gelukkig’, of dat iemand eens wilde luisteren naar wat me werkelijk bezighoudt uit mijn verleden en mijn heden?”

Zondag 8 januari 2023

We stonden stil bij het feest dat in de volksmond ‘Driekoningen’ genoemd wordt. Andere namen zijn: Openbaring, maar ook Epifanie, verwijzend naar een oud-Egyptisch gebruik rond de geboorte van het mystieke kind. Letterlijk betekent epifanie: een plotselinge, verwarrende verschijning. En daarmee is het wellicht wel het beste woord voor het verhaal dat de evangelist Mattheus vertelt. De wereldorde is verward, Herodes is in paniek, door een gebeurtenis die hij niet heeft zien aankomen: een nieuwe koning binnen zijn machtsgebied. Mattheüs plaatst het koningschap van Herodes en het koningschap van Jezus lijnrecht tegenover elkaar. Ook onze tijd is vol verwarring. Sinds begin 2020 lijkt niets in ons leven, in onze omgeving, laat staan in onze wereld nog vanzelfsprekend. We hobbelen van crisis naar crisis en we zien hedendaagse koningen zich gedragen als 21e-eeuwse Herodessen. Poetin voorop, maar we kunnen er tientallen aan toevoegen.

Er moet een einde komen aan dit type koningschap, aan deze willekeur van macht en machtsmisbruik. Er moet een einde komen aan het slachtofferen van mensen omwille van de heersende macht. Hoe dat moet gebeuren, laat Mattheüs horen in zijn visie op alle gebeurtenissen en verhalen rond Jezus, zijn leven en zijn kruisdood. En die visie opent hij met een scene waarin Jezus en Herodes tegenover elkaar worden geplaatst als complete tegenpolen, als beeld van oude tijd en van nieuw begin, nieuwe toekomst.

In het evangelie van Mattheüs ligt dan ook het accent op de politieke verhoudingen en de politieke implicaties van Jezus verkondiging. Het is een verhaal over de ware betekenis van koningschap: waarden-gestuurd koningschap tegenover waarden-gestuurd leiderschap. Dat goede nieuws wil de schrijver van het Mattheüsevangelie laten beginnen met dit geboorteverhaal. De dagen van Herodes zijn geteld, er komt een einde aan de macht onderdrukking en de kracht van geweld. Als dat eens waar zou zijn!

Ook onze gemeente is een geroepen gemeenschap die leeft van een waardenverhaal. Dit verhaal is richtsnoer en ijkpunt, omdat we geloven dat dit oude steeds weer actuele verhaal, dit geweten-scherpende verhaal, ons leven kan richten en sturen, ons betere en rijkere mensen maakt. Tegelijk merken we meer en meer dat het ook een tegenverhaal is. Het plaatst ons vaak lijnrecht tegenover het heersende denken. Het botst en schuurt met de realiteit waarin we leven en voorkomt dat we ons zonder meer gewonnen geven, overleveren aan die realiteit, als ware er geen alternatief denkbaar voor dat wat we kennen en om ons heen zien gebeuren.

Onze gemeente wil ook in 2023 een bron van inspiratie zijn, waar de realiteit wordt gewogen in het licht van het geweten-scherpend bijbels verhaal, waar we nooit het geloof verliezen in een andere betere toekomst, nooit de hoop laten varen dat een andere wereld mogelijk is en onze ogen niet sluiten voor al die kleine en grote liefdevolle tekenen die ook in onze tijd licht laten schijnen in soms schijnbaar oneindige duisternis.

Zondag 13 november 2022

‘Licht dat ons aanstoot’, zo zingen wij aan het begin. Licht, dat de duisternis doorbreekt van verdriet en gemis. Licht, dat met kaarsen wordt aangestoken. Acht namen van mensen van voorbij klinken. En vele namen van onze dierbaren in stilte. Wereldwijd onbekende namen van hen die op een niet-natuurlijke wijze uit het leven zijn weggerukt. De dood is een niet weg te stoppen realiteit in ons leven en stelt ons de belangrijke vraag hoe heeft mijn leven er uit gezien? Hoe kijk ik terug en wat heb ik met mijn leven gedaan. Wie zich met regelmaat realiseert dat het leven eindig en vergankelijk is, zal vaker de vraag stellen naar de kwaliteit van haar of zijn leven. Kwaliteit die te maken heeft met de vraag: ben ik de mens die ik ten diepste ben? Lukt het me te leven vanuit mijn diepste mens-zijn? Leef ik een geroepen leven? De vraag naar onze vergankelijkheid is verbonden met de vraag naar hoe heeft mijn leven er uit heeft gezien. Ons vastklampen aan bezit? Onze identiteit ontlenen aan wat we hebben? Wat we weten en wat we kunnen? Het bijbelboek Job laat het levensverhaal zien van een rijk man. Had alles voor elkaar en waande zich onaantastbaar. Totdat hij alles kwijtraakte: vrouw en kinderen, geld en goed. Hij roept God ter verantwoording. Wat is de zin van dit alles? Waarom overkomt mij dit? Wat heb ik fout gedaan? Onredelijk of niet, wel begrijpelijk en ook herkenbaar. Wanneer het leven tegenzit voelen we ons door weinig mensen begrepen en door God in de steek gelaten. En nog erger wanneer de dood ons pad kruist. Waarom God? Hoewel onze taal vol zit van de dood, zijn alle woorden op wanneer de dood onszelf overkomt. Er resten alleen nog vragen. Zou het mogelijk zijn om een taal te leren waarmee we de dood bespreekbaar kunnen maken? Heldere, duidelijke begrippen die ons de weg wijzen en die antwoorden geven op onze vragen? Of is het voldoende om de vragen te stellen? Is dat al betekenisvol?

De bijbel staat vol van dood, moord en doodslag. Maar de rode draad is een andere: de God van ontferming die zich steeds weer bekend maakt met de naam: Ik Zal Er Zijn. Dat gaat door tot over de grens van de dood. Maar hoe? Zijn wij – opgesloten in onze eigen ellende, verdriet en pijn – niet meer in staat God te ervaren? Dat geld en goed ons dusdanig van God heeft verwijderd dat niet God, maar wij zelf afwezig zijn? Job ervaart uiteindelijk de bevrijdende realiteit van God. Die realiteit is een eindig leven. Een mensenlichaam is niet gemaakt voor de eeuwigheid. De mens maakt deel uit van het geheel dat we aarde noemen zoals verbeeld in het tweede scheppingsverhaal. Beleven wij dit op een wijze dat we kunnen zeggen ‘Ik ben van de aarde’? Dat betekent dat er ook een tijd komt van loslaten, afscheid nemen? Dat eerste kan wellicht nog wel voor velen, maar dat laatste blijft ingewikkeld. Ook als we ons leven niet volbouwen met goud en zilver, dan zijn het nog altijd onze dierbaren die we maar moeilijk los kunnen laten. Maar het helpt daarbij dat we erop mogen vertrouwen dat we niet in het grote niets verdwijnen: maar dat onze levensadem, dat al wat en wie we zijn, op mag gaan in die aarde waaruit we geschapen zijn, dat die aarde ons zal omarmen in alle eeuwigheid.

De overdenking wordt gedragen en verdiept door momenten van stilte en de harmonieuze klanken van het Schouws Koperensemble, samen met orgelspel, alles passend bij het gedenken van de mensen van voorbij, die met ons blijven leven.

Zondag 9 oktober 2022

We zagen uit naar de lezing van Gerard Gerritse over de klimaatcrisis. Na drie keer uitstel in coronatijd kon de lezing ook dit keer helaas niet doorgaan vanwege coronabesmetting in zijn persoonlijke kring. Wel stond de dienst geheel in het teken van de klimaatcrisis waarin wij ons bevinden. Centraal stond psalm 148, een scheppingspsalm waarin de elementen en al het geschapene God lof toe zingt en dankt voor het bestaan. Daarnaast klonken enkele teksten uit het ‘De schreeuw van de aarde’, het nieuwe boek van Franck Ploum over de klimaatcrisis. De overdenking begon met de herinnering aan het document ‘Grenzen aan de groei’ van de ‘Club van Rome’. Een document uit 1972 dat toen al waarschuwde voor de gevolgen van de enorme economische groei voor onze leefomgeving. Veel van de voorspellingen uit het rapport zijn niet uitgekomen. Maar dat maakt het rapport niet minder waardevol als een eerste serieuze waarschuwing en als aankondiging van de enorme klimaatcrisis waarin we ons nu bevinden. Hoe zouden we ervoor gestaan hebben als de kernvragen van het rapport van nu 50 jaar serieus waren genomen en het niet in een diepe la was verdwenen met het stempel ‘doemscenario’ en ‘bangmakerij’? In die tijd was er nog een heilig geloof in de technologische vooruitgang. De techniek zou alle problemen oplossen zo werd gedacht. Maar technische vooruitgang heeft twee kanten. Maar de medaille heeft twee kanten. Want technologie bracht ons bijvoorbeeld ook grootschalige landbouw en bio-industrie, problemen waar we nu mee kampen. Bovendien verwijdert het heilige geloof in technologische vooruitgang ons van een wezenlijke vraag. Namelijk de vraag naar de ethiek en de moraliteit: Mag alles wat kan? Moet je alles wat kan ook willen? En dat werd de overstap naar psalm 148 en de bijbelse teksten. Want vaak wordt met de bijbel in de hand geroepen dat God ons de aarde in handen heeft gegeven, wij mogen heersen, doen wat we willen met de schepping. Maar hoe zou een boek dat oproept tot bevrijding kunnen oproepen tot vernietiging en onderdrukking van het ene schepsel door het andere? Als God in elk onderdeel van de schepping zichtbaar is en op ons toekomt, zoals psalm 148 en psalm 8 bezingen, dan kan het bijbelse heersen alleen betekenis krijgen als we het verbinden met het bijbelse thema van het dienende koningschap, de dienende leider. En dan krijgt heersen de betekenis van behoeden en beheren, omzien en tot leven brengen. We worden daarmee verantwoordelijk gemaakt voor de schepping en de toekomst van deze aarde.

Zondag 28 augustus 2022

Voor het eerst in ons midden geeft de voorganger een inkijkje in zijn spiritueel levenspad. En zo kan het gebeuren – kort door de bocht weergegeven – dat het in zijn jeugd voor straf overschrijven van de bergrede leidt tot een ander verstaan van Jezus’ woorden. Het op het eerste gehoor absurde ‘zalig zijn de zachtmoedigen’ en ‘de linkerwang toekeren na een klap op de rechterwang’ opent hart en oren voor de weg van liefde en vergeving, laat vrede indalen. Verinnerlijking. Dat kan ook door de natuur op je te laten inwerken. De bijbel begint ermee. Woest en ledig, chaos. Wanorde wordt orde wanneer God het licht schept en dit scheidt van de duisternis. Merkwaardig als pas op de vierde dag de zon wordt geschapen. In het spreken van God zit licht. God noemt de duisternis avond en het licht dag. Dat is altijd de volgorde in de bijbel: van avond naar dag, van donker naar licht, van dood naar leven, van chaos naar kosmos. Wij worden uitgenodigd ‘mee te scheppen’. Te midden van de wreedheid van de natuur is er groei, bloei, steeds weer terugkerend leven. Alles is met alles verweven. Dat verwondert ons en tegelijk beangstigt het ook. De natuur is als een tapijt. Eén draadje los trekken en het valt uit elkaar. De natuur op ons laten inwerken laat zien dat het anders kan. Dat kan ons inspireren om op deze in vele opzichten vertroebelde aarde te antwoorden op het spreken van God in Genesis 1 en Jezus in de bergrede. Een antwoord vinden vanuit de bewustwording dat er vertrouwen is gesteld in de mens als ‘medeschepper in barmhartigheid’.

Zondag 21 augustus 2022

Hoe kun je het volhouden in moeilijke tijden? Dat was het thema voor de dienst. We lazen twee delen uit de Brieven van Petrus (die uiteraard niet door Petrus zelf zijn geschreven, maar op zijn naam zijn gezet). Hij adviseert de Jezusvolgers zich niet terug te trekken uit de wereld, maar er juist in te gaan staan en van daaruit het ideaal van een betere wereld en het messiaans visioen vast te houden en uit te dragen. De wereld in de tweede helft van de eerste eeuw was vijandig en onrustig, de wereld was in een transitie, een nieuwe tijd diende zich aan. Ook onze tijd kent veel vijandigheid en onrust. Kijk naar wat er in ons land allemaal gaande is. Het protest tegen de komst van AZC’s, de boerenprotesten die steeds grimmiger lijken te worden. Sinds corona worden alle verschillen uitvergroot en alles staat op scherp, niemand lijkt te willen luisteren, ‘Nederland Polderland’ lijkt niet meer te bestaan. In die zin is de boodschap uit de brieven van Petrus ook aan ons gericht: adviezen om het vol te houden, om staande te blijven met het visioen voor ogen in de wereld gaan staan.  De brieven lijken te zeggen: zorg er nu voor dat er wat van je uit gaat! Dat er woorden klinken en gedachten uit je voortkomen die de buitenstaander doen denken: ja zo had ik het nog niet eerder gehoord of bedacht, daar ga ik eens over nadenken, dat spreekt me wel aan. En het vraagt ook dat wij staande blijven op de momenten dat wij bevraagd worden op ons visioen. ‘Ga jij nog naar de kerk?‘ en dan klinkt er altijd zoiets door van: jij bent toch een weldenkend mens? Of: ben jij nou gek! En hoe vaak hebben we dan niet de neiging om onszelf te verdedigen, of te vergoelijken: ja, maar niet zo streng hoor. Ja, maar ik geloof ook niet alles hoor. Beter zou zijn te zeggen – in de lijn van de brieven van Petrus – Ja natuurlijk! Kijk eens om je heen. Wat een puinhoop, wat een angstzaaierij, wat een onrecht. Ik ga daar niet in mee, Ik wil me niet laten voeden door media die de schreeuwers in beeld brengt en de sensatie opklopt. Ik geloof in een verhaal dat ons hieruit wegtrekt. Dat ons uit dit Egypte, dit angstland weghaalt en perspectief geeft op liefhebben en goed leven. Ik wil me voeden met woorden als solidariteit, naastenliefde, menselijke maat. Dat verhaal geeft zo veel meer perspectief.

Zondag 24 juli 2022

“Een ongewoon gesprek met God” is de titel van een boek dat de Amerikaan Neale Donald Walsch jn 1992 schreef, een wereldbestseller. De overdenking gaat over een ongewoon gesprek dat Abraham met God voert. De rode draad in het verhaal uit Genesis 18 is gastvrijheid met daarin de Goddelijke overpeinzing ‘wat zal ik doen?’ Drie dagen na de besnijdenis van Abraham en zijn zoon Ismaël – een ingrijpend gebeuren – verleent Abraham op en top gastvrijheid aan drie engelen. Voor Abraham is dit een Godsverschijning. God legt zijn plan om Sodom te vernietigen aan hem voor. Dat klinkt ongewoon in onze oren. Abraham staat in de Joodse traditie te boek als een rechtvaardige. Indien er nog 50 onschuldigen, lees rechtvaardigen zijn, kan de stad dan behouden blijven, zo luidt zijn vraag. Abraham smeekt, eist, zakt tot 10, het Joodse minimum voor ontmoetingen zoals in de synagoge. Als die er nog zijn, dan kunt u dat niet doen vindt Abraham. Zo waar een ongewoon gesprek. Een treffende zin uit de overdenking: “Vragen stellen is op zich al een daad”. Durven wij in gesprek met God te gaan? Durven wij tegenspel te geven? Waar ben jij in ethische situaties? Van Sodom kennen wij het begrip ‘Sodomie’. De rode draad uit dit Genesisverhaal, gastvrijheid, wordt in Sodom geschonden door verkrachtingen en andere seksuele uitspattingen. De verhalen uit de Bijbel zijn vaak een spiegel voor ons. Zijn wij in ons luisteren naar de ander gastvrij? Kunnen wij hem of haar daarin voldoende ontvangen of overkomt het ons dat wij al heel snel onze eigen verhalen en ervaringen er een plek in geven?

Zondag 10 juli 2022

We lazen uit de drie brieven van Johannes. De drie kleine brieven ademen in alles de sfeer van het Johannesevangelie, daarom worden ze ook aan dezelfde auteur toegeschreven. Ze werden geschreven tussen het jaar 90 en 100 van onze gangbare jaartelling in de omgeving van Efeze. Centrale woorden zijn: liefde, licht, waarachtigheid. De boodschap in de brieven is niet nieuw, eerder is het een herhaling van alles wat we al weten. Kennelijk moet de gemeente aan wie deze brieven gericht worden herinnerd worden aan de kernboodschap van Jezus: liefde als geleefde solidariteit. Er zijn in de loop van de jaren diverse stromingen en meningen ontstaan, Johannes vindt het tijd om orde op zaken te stellen en mensen weer te wijzen op de kernboodschap en te waarschuwen voor boze tongen, nepnieuws en mensen die onrust stoken in plaats van de verbinding te zoeken. Dat is heel herkenbaar in onze tijd. Het is chaos in de wereld: overal onrust en mensen die meningsverschillen uitvergroten in plaats van brand te blussen en mensen bij elkaar te brengen. De auteur stelt vragen bij mensen in en rondom de gemeenschappen die roepen dat God licht is, maar tegelijk zelf duisternis verspreiden, zeggen dat God liefde is, maar zelf geen aandacht hebben voor hun broeder of zuster, waarheid zeggen te verkondigen maar zelf onwaarachtig leven. Keer terug naar de kernboodschap van Jezus, een boodschap die overigens niet nieuw is, maar voortkomt uit een leven getekend door Mozes en de profeten. Jezus verkondigde niets nieuws, hij vertelde het oude opnieuw, hertaalde en actualiseerde de oude boodschap voor mensen van zijn eigen tijd. Aan ons om ditzelfde te doen vandaag, in deze wereld vol chaos. Leven in solidaire liefde betekent niet dat we ons terugtrekken in eigen kring, eigen gelijk, eigen gemeente. We moeten staande blijven in de wereld en daar boodschappers zijn van een betere wereld. Om dat te volbrengen mogen we ons voeden aan elkaar, ons samenkomen en aan die oude woorden van liefde, waarachtigheid en licht.