Advent is de tijd van groeiend licht. Elke week een kaars als teken van duisternis die plaats mag maken en als teken van ons verlangen naar nieuwe perspectieven, naar een lichtende toekomst. En wat is het verlangen naar licht groot in onze tijd. Duistere tijden zijn het, waarin we leven. Als je niet uitkijkt raak je het spoor bijster in de duisternis van oorlog, van steeds hogere kosten, van klimaatcrisis en inflatie. En eerlijk is eerlijk, we praten elkaar ook maar al te vaak verder in de put door vooral te benadrukken hoe erg en zorgelijk het allemaal is.
Advent is een tijd om ons te bezinnen op nieuwe mogelijkheden en andere perspectieven. Het is daarom goed om niet al meteen de grote stap naar kerstmis te zetten en het volle licht open te draaien. Zo werkt het niet, zo is het leven niet. Neem de tijd om ernaartoe te groeien. Want door kleine stapjes te zetten zie je beter wat er om je heen te zien is, wat er om je heen gebeurt. Wie met zevenmijlslaarzen richting kerstmis gaat en zich een weg door de duisternis baant, die loopt de kans de kleine lichtpuntjes onderweg te vertrappen of over het hoofd te zien. Maar wie stap voor stap loopt, met menselijke maat en niet met het tempo van commercie en verkooppraatjes, kan in het donker zien waar het licht van nieuwe toekomst nu reeds gloort.
Advent, de tijd van kleine stapjes. Tijd van profetische verhalen over hoop en toekomst die open zal gaan. Elke week een licht erbij om uiteindelijk met elkaar te vieren: nieuwe geboorte, licht dat duisternis verdrijft. Of zoals we met kerst zeggen: God in ons midden, als in de kwetsbaarheid van een kind. Maar toch vooral: wijzelf nieuw geboren, dat wij messiaanse mensen worden, levend van licht, ook te midden van duisternis. Lichtbakens voor al die mensen in duisternis.